dinsdag 19 mei 2015

'Het verhaal van mijn opa is universeel, want het is altijd en overal oorlog.'

Deze zomer verschijnt bij uitgeverij Athenaeum het boek De vergeten geschiedenis van mijn grootvader Sulayman Hadj Ali. Een Alawietische familie in Turkije van Meltem Halaceli. Een gesprek over passies, het Nederlandse islamdebat, het Midden-Oosten en een bijzondere familiegeschiedenis. 
Door: Greco Idema
Wie is Meltem Halaceli?
“Ik ben een schrijfster met een passie voor het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Daarmee bedoel ik het gebied dat begint bij de centraal-zuidelijke grensstreek van Turkije die grenst aan Syrië. Mijn wortels liggen daar, ik heb er familie en vrienden wonen en bezoek dit gebied al van kinds af aan. Door mijn studie Arabische taal en cultuur ben ik ook professioneel bezig met deze achtergrond.
Mijn debuut is gebaseerd op de memoires van mijn grootvader uit Adana. Ook Libanon, Syrië, Irak en deels Iran hebben mijn bovengemiddelde aandacht. Ik probeer zoveel mogelijk de ontwikkelingen op politiek, cultureel en kunstzinnig vlak van deze landen bij te houden. Ik schrijf het liefst verhalen over gebeurtenissen die mij raken. Hierin leg ik graag de link met geschiedenis, geloof en/of rituelen, cultuur, kunst, politiek of literatuur. Daarnaast reis ik heel graag, verzamel ik verhalen van mensen en houd ik van poëzie en muziek. Momenteel ben ik ook bezig met het plannen van een reis naar Libanon.”
In Nederland zijn al veel arabisten actief. Denk aan Petra Stienen, Ruud Peters, Fred Leemhuis en Jan Jaap de Ruiter. Wat onderscheidt jou van deze arabisten?“In mijn boek schrijf ik dat ik deze studie heb gekozen, omdat ik mijn oorspronkelijke moedertaal wilde leren lezen en schrijven. Iets wat bijna niemand meer in mijn familie kan. De Arabische taal beschouw ik als de poort naar een laag in mijn identiteit die lang geen overheersende rol speelde. Mijn studie heeft die laag aan de oppervlakte gebracht en mijn identiteit verrijkt. Mijn ervaringen tijdens het schrijfproces, met een onderbreking in 2013 door de Turkse Gezi-protesten, die ik van dichtbij heb meegemaakt in de steden Antakya, Adana, Istanbul en Ankara, hebben mij een vergaande kennis van de oprichting van de Turkse Republiek en de actuele ontwikkelingen ten aanzien van minderheden en de Eerste Wereldoorlog op Osmaans grondgebied gebracht. Buiten deze geografische focus heb ik me ook verdiept in de alawietische stroming en haar geschiedenis binnen de islam.”
Ben je religieus/gelovig?
“Ik ben niet religieus opgevoed. Mijn ouders hebben mij opgevoed met het idee dat je nooit moet gehoorzamen aan iemand anders en altijd je eigen denkvermogen moet inzetten en zelfstandig keuzes moet maken in het leven. Mijn ouders zijn geboren in Turkije en zij hebben het secularisme, het model dat Mustafa Kemal Ataturk voorstond en invoerde na de Eerste Wereldoorlog, met de paplepel ingegoten gekregen. Naarmate ik ouder word, merk ik wel dat ik meer op zoek ga naar een bepaalde houvast en acceptatie om de dingen des levens beter te begrijpen en om te leren van ervaringen.
Ik doe sinds kort weer aan yoga en mediteer daar regelmatig bij; het zorgt voor ontspanning en een betere concentratie. Maar ik kan ook van een gedicht ontroerd raken of naar een muezzin (iemand die vanaf de minaret van een moskee de gelovigen zingend oproept tot bidden, red.) luisteren en daarvan in vervoering raken, mits de stem mij raakt. Ook heeft muziek met oosterse instrumenten, zoals de qanun, luit, tar, ney en tabla, een rustgevende uitwerking op mij. Of een ontmoeting met een bijzonder iemand die een positieve energie heeft. Alles wat mij kalmte, ontroering, nieuwe inzichten of verlichting brengt, beschouw ik eigenlijk als een spirituele ervaring.”
Het islamdebat zoals dat de afgelopen 10, 15  jaar is gevoerd in Nederland. Wat vind je daarvan? 
“Op de tweede dag van mijn studie Arabische taal en cultuur werd de aanslag op de Twin Towers gepleegd. In de jaren daarna kwam er een ander type student Arabisch studeren. Dat was meer geïnteresseerd in de politieke islam dan in de rijkdom van de Arabische taal, de poëzie en de literatuur. Op de media zagen we vaak dezelfde talking heads: een gemiste kans om nieuwe stemmen te ontdekken en een kans te geven. Wat ik na mijn verblijven in het Midden-Oosten heb geleerd is dat het ontzettend waardevol is dat er in Nederland publieke ruimten zijn waar je de dialoog aan kunt gaan met verschillende mensen en op gelijkwaardige wijze met elkaar kunt discussiëren over ideeën en meningen. Op een plek waar gelijkwaardigheid hoog in het vaandel staat, is ook ruimte voor verbinding tussen verschillende groepen mensen.
Wat ik jammer vond aan het islamdebat is dat er een ‘wij/zij-idee’ opkwam en daarmee een splitsing ontstond in de Nederlandse samenleving. Ik vond dat de Arabische wereld in deze discussies vaak werd gereduceerd tot een gewelddadige regio met een onverdraagzame religie. Een imago dat ontevreden autochtonen bediende van een nieuwe vijand. Ik vind de Arabische wereld complexer, dieper en rijker en geloof dat je met kunst en literatuur een uitweg kunt bieden aan polarisatie en vond dat ik iets moest doen. Daarom organiseerde ik verschillende literaire programma’s met muziek over bijvoorbeeld klassiek Arabische liefdespoëzie, wijnpoëzie en woestijnpoëzie. Genres die een ander beeld geven van de Arabische wereld. Ik weet nog hoe blij ik was dat er zoveel geïnteresseerden op afkwamen en Babel (studentenblad UvA) erover schreef.”
Nieuwwij.nl heeft als motto: Nieuwwij verbindt de verschillen. Wat vind je hiervan?
“Het motto van Nieuwwij spreekt mij aan, omdat het uitgaat van de mogelijkheid van verbinding tussen mensen. En die verbinding kan gelegd worden door het mens-zijn zelf centraal te stellen. Ik denk dat iedereen hetzelfde voelt en denkt maar daar op een andere manier mee omgaat en uiting aan geeft. Iedereen weet wat verlies is, alleen worden sommigen stil en anderen baldadig. Dat verschillen mogen blijven bestaan is mooi en is acceptabeler dan het idee dat een bepaalde groep eerst moet veranderen volgens de normen van de dominante groep, om erbij te horen of überhaupt om ermee in dialoog te gaan. Daarmee wil ik niet zeggen dat er geen kritische blik naar binnen nodig is. Alleen denk ik dat verandering misschien makkelijker bereikt kan worden als er eerst acceptatie van de verschillen is.”
halalLater dit jaar verschijnt je boek De vergeten geschiedenis van mijn grootvader Sulayman Hadj Ali. Waarom wilde je per se dit boek schrijven?
“De vraag gaat uit van de veronderstelling dat ik het per se wilde schrijven, maar dat ligt genuanceerder. Ik had nooit durven dromen dat ik een boek zou schrijven. Dat was voor mij, een meisje uit Hengelo, een ver-van-mijn-bedshow. Op mijn achtste begon ik dagboeken vol te schrijven over wat ik meemaakte op school en uit behoefte aan een uitlaatklep. Op mijn zeventiende wilde ik naar de kunstacademie, omdat ik graag tekende. Het was mijn droom om kunstenares te worden. Maar ik kom uit een ondernemersfamilie en werd gewaarschuwd dat een leven als kunstenares zwaar zou zijn.
Het creatieve bleef mij echter altijd boeien.
Ik was bijna klaar met mijn studie Arabisch en van plan een scriptie te schrijven over het oeuvre van een Syrische dichter, toen mijn vader mij de memoires gaf. Hij vroeg mij of ik ze wilde vertalen. Een uitdaging, want mijn opa schreef in het Syrisch-Arabische dialect, dat niet op de universiteit werd onderwezen. Ik besefte meteen dat de vertaling belangrijk was voor mijn vader. Mijn opa overleed toen mijn vader tien jaar was: de memoires waren een vergeten erfenis, iets tastbaars dat hij weer terugvond en hem aan zijn vader verbond. Een stukje van zijn jeugd die hij misschien wel te vroeg verloren heeft. Mijn vader had eerst een Turkse vertaling laten maken, maar die was gecensureerd. Ik vergeet nooit wat ik voelde toen ik het voor het eerst las: ontroering, boosheid, nederigheid, maar ook dankbaarheid. Mijn opa schrijft geregeld: ‘O waardige lezer, keer mij je rug niet toe, maar leef je in in mijn situatie alsof je met mij was.’ Mijn grootvader had een boodschap en schreef om de komende generaties te waarschuwen voor oorlog. Zijn oproep tot inleving in zijn tijd en de gevaren die op hem afkwamen, heb ik opgevat als een personal mission en daarom besloot ik hiervan mijn masterscriptie te maken. Zijn memoires zijn als het ware de grootste confrontatie met mijn achtergrond, want ze dwingen mij mijn identiteit zo te vormen dat die geschiedenis erin opgenomen wordt. Via mijn toenmalige baan bij het Letterenfonds ontmoette ik een redacteur, en per toeval kwam mijn scriptie ter sprake. Zij las deze, raakte ontroerd en kwam toen met het idee om er een boek van te maken.”
Wie moeten dit boek zeker lezen? 
“Liefhebbers van familiegeschiedenissen die verband houden met het Midden-Oosten zullen het interessant vinden. Liefhebbers van persoonlijke verhalen. Iedereen die het interessant vindt wat de zoektocht naar een grootvader betekent voor je identiteit. Iedereen die via het perspectief van een getuige kennis wil maken met de oprichting van de Turkse Republiek en het ontstaan van het Midden-Oosten. Iedereen die geïnteresseerd is in de diversiteit en herkomst van mensen binnen de inmiddels holle betiteling ‘Turkse gemeenschap van Nederland’.”
Wat heb je allemaal moeten doen om het boek een goed boek te laten worden?
“Ik hoop natuurlijk dat de lezers het een boeiend boek zullen vinden, waarin ze meegesleept worden naar een andere tijd en plek, die nog steeds actueel is. Maar dit is nog maar mijn debuut en ik kan alleen maar wensen dat de lezer geraakt wordt. Voor de historische juistheid van gebeurtenissen heb ik academisch onderzoek gedaan, en publicaties en artikelen van verschillende historici gebruikt, zoals van Andrew Mango, Erik-Jan Zürcher, Philip Khoury, Salim Tamari, Hasan Kayali, Ugur Umit Ungor en Philip Mansel. Bovendien heb ik turkoloog Erik-Jan Zürcher bereid gevonden mijn manuscript helemaal te lezen en van feedback te voorzien.
Ook heb ik lokale Turkse bronnen over de vooroorlogse periode gelezen. Daarnaast heb ik in de geboortewijk van mijn grootvader in Adana interviews gehouden met oudere mensen die mijn grootvader gekend hebben. Ik heb in Osmaanse krantenarchieven in Istanbul en Ankara gezocht naar relevante artikelen. Deze zoektocht naar het staven van feiten wil niet zeggen dat wat ik heb geschreven complete non-fictie is. Sommige thema’s, zoals de liefde tussen mijn grootvader en grootmoeder, heb ik zelf toegevoegd en ingevuld, omdat mijn grootvader er niets over heeft geschreven. Ook moest ik soms verbanden leggen tussen gebeurtenissen en personages over wie weinig bekend was. Die heb ik gepoogd met mijn eigen verbeelding, ervaringen en inlevingsvermogen tot leven te brengen.”
Kijkend naar de actuele ontwikkelingen in het Midden-Oosten, kunnen we dan iets met jouw boek? Levert het bepaalde inzichten op of…?
“Mijn boek is gebaseerd op de memoires van mijn opa. Ik vond het belangrijk zoveel mogelijk vanuit mijn grootvaders perspectief te schrijven en heb geprobeerd mij in te leven in zijn gevoelens, spanningen en angsten. Met zijn ogen probeer ik naar de huidige tijd te kijken. Dankzij dit boek heb ik geleerd wat oorlog is en wat het met mensen doet en wat de geschiedenis is van de alawietische gemeenschap in Turkije. En ik heb geleerd hoe er met minderheden wordt omgegaan in het Midden-Oosten. Zijn verhaal is universeel, want er is altijd en overal oorlog. Ook heb ik geprobeerd antwoord te geven op hoe identiteit wordt gevormd. Als je een Midden-Oostendeskundige bent en wil weten hoe Arabisch sprekenden in Turkije werden ‘opgenomen’ aan het begin van de Turkse Republiek en wat de positie is van Arabische alawieten in Turkije moet je het zeker lezen.
Wat kunnen we de komende jaren van je verwachten? Meer boeken? Andere projecten?
“Het schrijven van dit boek kwam op mijn pad en heeft een diepgewortelde wens in vervulling doen gaan. Een creatief experiment. Daar ben ik erg dankbaar voor. Ik heb ervaren hoe kostbaar het schrijven is, daarom vind ik het een eer dat ik de stem van mijn grootvader mag laten horen. Tijdens het schrijven heb ik ontdekt dat ik erg graag schrijf en er veel plezier uithaal. Ik schrijf ook gedichten. Ik wil graag nog een boek schrijven over het Midden-Oosten en mijn herontdekte achtergrond. Dit zal zich wel in het hier en nu afspelen. Het lijkt mij ook fantastisch een column te hebben in een tijdschrift of krant en daar regelmatig voor te schrijven. Naast het schrijven, lijkt het mij ook boeiend om een documentaire te maken en een theatervoorstelling met muziek, allemaal rondom dezelfde thema’s. Het verhaal kiest de vorm.”
Greco Idema is eindredacteur van Nieuwwij.nl. Bovenstaande foto werd gemaakt door Koos Breukel.
Dit interview werd op 13 mei 2015 gepubliceerd op nieuwwij.nl