dinsdag 19 mei 2015

'Het verhaal van mijn opa is universeel, want het is altijd en overal oorlog.'

Deze zomer verschijnt bij uitgeverij Athenaeum het boek De vergeten geschiedenis van mijn grootvader Sulayman Hadj Ali. Een Alawietische familie in Turkije van Meltem Halaceli. Een gesprek over passies, het Nederlandse islamdebat, het Midden-Oosten en een bijzondere familiegeschiedenis. 
Door: Greco Idema
Wie is Meltem Halaceli?
“Ik ben een schrijfster met een passie voor het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Daarmee bedoel ik het gebied dat begint bij de centraal-zuidelijke grensstreek van Turkije die grenst aan Syrië. Mijn wortels liggen daar, ik heb er familie en vrienden wonen en bezoek dit gebied al van kinds af aan. Door mijn studie Arabische taal en cultuur ben ik ook professioneel bezig met deze achtergrond.
Mijn debuut is gebaseerd op de memoires van mijn grootvader uit Adana. Ook Libanon, Syrië, Irak en deels Iran hebben mijn bovengemiddelde aandacht. Ik probeer zoveel mogelijk de ontwikkelingen op politiek, cultureel en kunstzinnig vlak van deze landen bij te houden. Ik schrijf het liefst verhalen over gebeurtenissen die mij raken. Hierin leg ik graag de link met geschiedenis, geloof en/of rituelen, cultuur, kunst, politiek of literatuur. Daarnaast reis ik heel graag, verzamel ik verhalen van mensen en houd ik van poëzie en muziek. Momenteel ben ik ook bezig met het plannen van een reis naar Libanon.”
In Nederland zijn al veel arabisten actief. Denk aan Petra Stienen, Ruud Peters, Fred Leemhuis en Jan Jaap de Ruiter. Wat onderscheidt jou van deze arabisten?“In mijn boek schrijf ik dat ik deze studie heb gekozen, omdat ik mijn oorspronkelijke moedertaal wilde leren lezen en schrijven. Iets wat bijna niemand meer in mijn familie kan. De Arabische taal beschouw ik als de poort naar een laag in mijn identiteit die lang geen overheersende rol speelde. Mijn studie heeft die laag aan de oppervlakte gebracht en mijn identiteit verrijkt. Mijn ervaringen tijdens het schrijfproces, met een onderbreking in 2013 door de Turkse Gezi-protesten, die ik van dichtbij heb meegemaakt in de steden Antakya, Adana, Istanbul en Ankara, hebben mij een vergaande kennis van de oprichting van de Turkse Republiek en de actuele ontwikkelingen ten aanzien van minderheden en de Eerste Wereldoorlog op Osmaans grondgebied gebracht. Buiten deze geografische focus heb ik me ook verdiept in de alawietische stroming en haar geschiedenis binnen de islam.”
Ben je religieus/gelovig?
“Ik ben niet religieus opgevoed. Mijn ouders hebben mij opgevoed met het idee dat je nooit moet gehoorzamen aan iemand anders en altijd je eigen denkvermogen moet inzetten en zelfstandig keuzes moet maken in het leven. Mijn ouders zijn geboren in Turkije en zij hebben het secularisme, het model dat Mustafa Kemal Ataturk voorstond en invoerde na de Eerste Wereldoorlog, met de paplepel ingegoten gekregen. Naarmate ik ouder word, merk ik wel dat ik meer op zoek ga naar een bepaalde houvast en acceptatie om de dingen des levens beter te begrijpen en om te leren van ervaringen.
Ik doe sinds kort weer aan yoga en mediteer daar regelmatig bij; het zorgt voor ontspanning en een betere concentratie. Maar ik kan ook van een gedicht ontroerd raken of naar een muezzin (iemand die vanaf de minaret van een moskee de gelovigen zingend oproept tot bidden, red.) luisteren en daarvan in vervoering raken, mits de stem mij raakt. Ook heeft muziek met oosterse instrumenten, zoals de qanun, luit, tar, ney en tabla, een rustgevende uitwerking op mij. Of een ontmoeting met een bijzonder iemand die een positieve energie heeft. Alles wat mij kalmte, ontroering, nieuwe inzichten of verlichting brengt, beschouw ik eigenlijk als een spirituele ervaring.”
Het islamdebat zoals dat de afgelopen 10, 15  jaar is gevoerd in Nederland. Wat vind je daarvan? 
“Op de tweede dag van mijn studie Arabische taal en cultuur werd de aanslag op de Twin Towers gepleegd. In de jaren daarna kwam er een ander type student Arabisch studeren. Dat was meer geïnteresseerd in de politieke islam dan in de rijkdom van de Arabische taal, de poëzie en de literatuur. Op de media zagen we vaak dezelfde talking heads: een gemiste kans om nieuwe stemmen te ontdekken en een kans te geven. Wat ik na mijn verblijven in het Midden-Oosten heb geleerd is dat het ontzettend waardevol is dat er in Nederland publieke ruimten zijn waar je de dialoog aan kunt gaan met verschillende mensen en op gelijkwaardige wijze met elkaar kunt discussiëren over ideeën en meningen. Op een plek waar gelijkwaardigheid hoog in het vaandel staat, is ook ruimte voor verbinding tussen verschillende groepen mensen.
Wat ik jammer vond aan het islamdebat is dat er een ‘wij/zij-idee’ opkwam en daarmee een splitsing ontstond in de Nederlandse samenleving. Ik vond dat de Arabische wereld in deze discussies vaak werd gereduceerd tot een gewelddadige regio met een onverdraagzame religie. Een imago dat ontevreden autochtonen bediende van een nieuwe vijand. Ik vind de Arabische wereld complexer, dieper en rijker en geloof dat je met kunst en literatuur een uitweg kunt bieden aan polarisatie en vond dat ik iets moest doen. Daarom organiseerde ik verschillende literaire programma’s met muziek over bijvoorbeeld klassiek Arabische liefdespoëzie, wijnpoëzie en woestijnpoëzie. Genres die een ander beeld geven van de Arabische wereld. Ik weet nog hoe blij ik was dat er zoveel geïnteresseerden op afkwamen en Babel (studentenblad UvA) erover schreef.”
Nieuwwij.nl heeft als motto: Nieuwwij verbindt de verschillen. Wat vind je hiervan?
“Het motto van Nieuwwij spreekt mij aan, omdat het uitgaat van de mogelijkheid van verbinding tussen mensen. En die verbinding kan gelegd worden door het mens-zijn zelf centraal te stellen. Ik denk dat iedereen hetzelfde voelt en denkt maar daar op een andere manier mee omgaat en uiting aan geeft. Iedereen weet wat verlies is, alleen worden sommigen stil en anderen baldadig. Dat verschillen mogen blijven bestaan is mooi en is acceptabeler dan het idee dat een bepaalde groep eerst moet veranderen volgens de normen van de dominante groep, om erbij te horen of überhaupt om ermee in dialoog te gaan. Daarmee wil ik niet zeggen dat er geen kritische blik naar binnen nodig is. Alleen denk ik dat verandering misschien makkelijker bereikt kan worden als er eerst acceptatie van de verschillen is.”
halalLater dit jaar verschijnt je boek De vergeten geschiedenis van mijn grootvader Sulayman Hadj Ali. Waarom wilde je per se dit boek schrijven?
“De vraag gaat uit van de veronderstelling dat ik het per se wilde schrijven, maar dat ligt genuanceerder. Ik had nooit durven dromen dat ik een boek zou schrijven. Dat was voor mij, een meisje uit Hengelo, een ver-van-mijn-bedshow. Op mijn achtste begon ik dagboeken vol te schrijven over wat ik meemaakte op school en uit behoefte aan een uitlaatklep. Op mijn zeventiende wilde ik naar de kunstacademie, omdat ik graag tekende. Het was mijn droom om kunstenares te worden. Maar ik kom uit een ondernemersfamilie en werd gewaarschuwd dat een leven als kunstenares zwaar zou zijn.
Het creatieve bleef mij echter altijd boeien.
Ik was bijna klaar met mijn studie Arabisch en van plan een scriptie te schrijven over het oeuvre van een Syrische dichter, toen mijn vader mij de memoires gaf. Hij vroeg mij of ik ze wilde vertalen. Een uitdaging, want mijn opa schreef in het Syrisch-Arabische dialect, dat niet op de universiteit werd onderwezen. Ik besefte meteen dat de vertaling belangrijk was voor mijn vader. Mijn opa overleed toen mijn vader tien jaar was: de memoires waren een vergeten erfenis, iets tastbaars dat hij weer terugvond en hem aan zijn vader verbond. Een stukje van zijn jeugd die hij misschien wel te vroeg verloren heeft. Mijn vader had eerst een Turkse vertaling laten maken, maar die was gecensureerd. Ik vergeet nooit wat ik voelde toen ik het voor het eerst las: ontroering, boosheid, nederigheid, maar ook dankbaarheid. Mijn opa schrijft geregeld: ‘O waardige lezer, keer mij je rug niet toe, maar leef je in in mijn situatie alsof je met mij was.’ Mijn grootvader had een boodschap en schreef om de komende generaties te waarschuwen voor oorlog. Zijn oproep tot inleving in zijn tijd en de gevaren die op hem afkwamen, heb ik opgevat als een personal mission en daarom besloot ik hiervan mijn masterscriptie te maken. Zijn memoires zijn als het ware de grootste confrontatie met mijn achtergrond, want ze dwingen mij mijn identiteit zo te vormen dat die geschiedenis erin opgenomen wordt. Via mijn toenmalige baan bij het Letterenfonds ontmoette ik een redacteur, en per toeval kwam mijn scriptie ter sprake. Zij las deze, raakte ontroerd en kwam toen met het idee om er een boek van te maken.”
Wie moeten dit boek zeker lezen? 
“Liefhebbers van familiegeschiedenissen die verband houden met het Midden-Oosten zullen het interessant vinden. Liefhebbers van persoonlijke verhalen. Iedereen die het interessant vindt wat de zoektocht naar een grootvader betekent voor je identiteit. Iedereen die via het perspectief van een getuige kennis wil maken met de oprichting van de Turkse Republiek en het ontstaan van het Midden-Oosten. Iedereen die geïnteresseerd is in de diversiteit en herkomst van mensen binnen de inmiddels holle betiteling ‘Turkse gemeenschap van Nederland’.”
Wat heb je allemaal moeten doen om het boek een goed boek te laten worden?
“Ik hoop natuurlijk dat de lezers het een boeiend boek zullen vinden, waarin ze meegesleept worden naar een andere tijd en plek, die nog steeds actueel is. Maar dit is nog maar mijn debuut en ik kan alleen maar wensen dat de lezer geraakt wordt. Voor de historische juistheid van gebeurtenissen heb ik academisch onderzoek gedaan, en publicaties en artikelen van verschillende historici gebruikt, zoals van Andrew Mango, Erik-Jan Zürcher, Philip Khoury, Salim Tamari, Hasan Kayali, Ugur Umit Ungor en Philip Mansel. Bovendien heb ik turkoloog Erik-Jan Zürcher bereid gevonden mijn manuscript helemaal te lezen en van feedback te voorzien.
Ook heb ik lokale Turkse bronnen over de vooroorlogse periode gelezen. Daarnaast heb ik in de geboortewijk van mijn grootvader in Adana interviews gehouden met oudere mensen die mijn grootvader gekend hebben. Ik heb in Osmaanse krantenarchieven in Istanbul en Ankara gezocht naar relevante artikelen. Deze zoektocht naar het staven van feiten wil niet zeggen dat wat ik heb geschreven complete non-fictie is. Sommige thema’s, zoals de liefde tussen mijn grootvader en grootmoeder, heb ik zelf toegevoegd en ingevuld, omdat mijn grootvader er niets over heeft geschreven. Ook moest ik soms verbanden leggen tussen gebeurtenissen en personages over wie weinig bekend was. Die heb ik gepoogd met mijn eigen verbeelding, ervaringen en inlevingsvermogen tot leven te brengen.”
Kijkend naar de actuele ontwikkelingen in het Midden-Oosten, kunnen we dan iets met jouw boek? Levert het bepaalde inzichten op of…?
“Mijn boek is gebaseerd op de memoires van mijn opa. Ik vond het belangrijk zoveel mogelijk vanuit mijn grootvaders perspectief te schrijven en heb geprobeerd mij in te leven in zijn gevoelens, spanningen en angsten. Met zijn ogen probeer ik naar de huidige tijd te kijken. Dankzij dit boek heb ik geleerd wat oorlog is en wat het met mensen doet en wat de geschiedenis is van de alawietische gemeenschap in Turkije. En ik heb geleerd hoe er met minderheden wordt omgegaan in het Midden-Oosten. Zijn verhaal is universeel, want er is altijd en overal oorlog. Ook heb ik geprobeerd antwoord te geven op hoe identiteit wordt gevormd. Als je een Midden-Oostendeskundige bent en wil weten hoe Arabisch sprekenden in Turkije werden ‘opgenomen’ aan het begin van de Turkse Republiek en wat de positie is van Arabische alawieten in Turkije moet je het zeker lezen.
Wat kunnen we de komende jaren van je verwachten? Meer boeken? Andere projecten?
“Het schrijven van dit boek kwam op mijn pad en heeft een diepgewortelde wens in vervulling doen gaan. Een creatief experiment. Daar ben ik erg dankbaar voor. Ik heb ervaren hoe kostbaar het schrijven is, daarom vind ik het een eer dat ik de stem van mijn grootvader mag laten horen. Tijdens het schrijven heb ik ontdekt dat ik erg graag schrijf en er veel plezier uithaal. Ik schrijf ook gedichten. Ik wil graag nog een boek schrijven over het Midden-Oosten en mijn herontdekte achtergrond. Dit zal zich wel in het hier en nu afspelen. Het lijkt mij ook fantastisch een column te hebben in een tijdschrift of krant en daar regelmatig voor te schrijven. Naast het schrijven, lijkt het mij ook boeiend om een documentaire te maken en een theatervoorstelling met muziek, allemaal rondom dezelfde thema’s. Het verhaal kiest de vorm.”
Greco Idema is eindredacteur van Nieuwwij.nl. Bovenstaande foto werd gemaakt door Koos Breukel.
Dit interview werd op 13 mei 2015 gepubliceerd op nieuwwij.nl 

donderdag 26 maart 2015

Newroz 2015



In mijn boek ga ik terug naar het ontstaan van het Midden Oosten, naar de periode waar de kiem werd gelegd voor de huidige ernstige problemen. Het boek gaat echter niet hoofdzakelijk over het immense geweld van toen, want het is geschreven vanuit mijn grootvaders perspectief en heeft de titel De vergeten geschiedenis van mijn grootvader Sulayman Hadj Ali. Mijn grootvader had het niet over Newroz in zijn memoires, daarom sprak ik mijn oma in Turkije. 

Toen ik een paar weken geleden het verzoek van RASA kreeg om iets te vertellen op 21 maart jl. had ik nog van die kriebels in mijn buik en zei ‘ja’. En ik wilde al heel lang newroz vieren, want het voelde logischer de lente te vieren waarin alles begint te bloeien dan het nieuwe jaar met het koude december in te luiden. Maar waar die naam vandaan komt, wist ik eigenlijk niet precies. Wat is de betekenis van Newroz voor mij, 2015?, was een volgende vraag die ik mij stelde. Het enige wat ik durfde te wensen voor dit jaar is de uitgave van mijn boek, meer durfde ik niet te vragen. 

Ik maakte een lijstje: wat zei Rumi over newroz, wat zegt mijn slimme neef in Duitsland erover en tot slot moest ik mijn oma spreken. Ik chatte met mijn deskundige neef die mij een link stuurde van een artikel over de spirituele betekenis van Newroz in het gebied waar mijn ouders vandaan komen en waar veel Arabische alawieten wonen. Vervolgens ging ik praten met een Syrische vriend die onlangs asiel heeft aangevraagd in Nederland en in een stroperige bureaucratie terecht is gekomen. En ik bekeek een veelzeggend filmpje die ik vorige zomer van mijn oma maakte over verandering en geduld. Mijn oma is iemand die nooit een normaal antwoord kan geven op de vragen des levens, maar altijd met rijmpjes en raadsels. Een gesprek eindigt meestal zo: zij ligt krom van het lachen en ik kijk haar aan met nog meer vraagtekens. 

Al deze levende en niet-levende personen hebben mij beetjes laten zien van wat zij onder newroz verstaan, zodat ik van daaruit mijn eigen betekenis kan destilleren.

Voordat ik me ging storten op dit intensieve onderzoek, ging ik wandelen. Newroz, newroz, newroz neuriede ik met die kriebels nog in mijn buik, terwijl ik op het erf van een Twentse boerderij liep. 

Ik liep over jonge groene gras, bewonderde een kale vijver, keek naar het bruine maar heldere vijverwater waar de wortels van de uitgebloeide lelieplanten ontwaakten uit de winter en liep verder en kwam struiken met een dieprode kleur tegen, sibirica’s. Bij drie sierlijke lange dunne berkenbomen bleef ik staan, want iets viel mij op. De drie berkenbomen, waren bezig zich te ontdoen van hun bruingroene harde schors. De bovenste laag vertoonde zelfs hier en daar wat schimmel en ik begon langzaam aan de winterschors te trekken. Ik trok eerst zacht en daarna trok ik nog meer, en draaide om die bomen heen, totdat ik de gehele winterschors weg had gehaald. Daaronder verscheen een zachte jonge witgekleurde stam. Ik trok steeds meer vellen los, en steeds grotere stukken hield ik in mijn hand over. Totdat ik bijna de toppen van die berkenbomen had bereikt. Zo, nu waren de drie bomen herboren. Een paar van die jonge zachte vellen nam ik mee in mijn zoektocht naar mijn Newroz. Terwijl ik zocht, kwam ik een ritueel tegen, die ik graag wilde toepassen. Op een leeg vel schrijf je wat je wenst, daarna gooi je in het vuur, zodat het gewenste zich vermeerdert. 

Nu kon ik beginnen aan mijn literatuuronderzoek en verdieping in de betekenis van Newroz voor mensen. 

En dit gedicht van de soefi-dichter Rumi verscheen als eerste op mijn scherm: 

Ik zag de reflectie van nieuwjaar in je gezicht
een hevige traanval overviel me
ging zitten en stortte mijn hart uit
‘moge the regenval van mijn tranen
je nieuw geluk brengen’
in dit nieuwe jaar
Ik wens je met tranen in mijn ogen 
een gelukkig nieuwjaar!

Maar dit gedicht had te veel tranen voor mijn gevoel, dat wilde ik niet voor mezelf en ook niet voor jullie wensen met newroz 2015. Gauw gooide ik dat gedicht weg in de digitale prullenbak en genoot van het knisperende geluid dat dat maakte. En ik merkte dat die kriebels die ik eerst had, zich transformeerden tot lelijke klauwen die gewillig aan mijn hart begonnen te trekken.  

Ik sprak met mijn slimme neef in Duitsland en hij vertelde mij dat Newroz naast verschillende sociale en politieke ook zeker een religieuze of spirituele betekenis had, hij zou me een artikel opsturen. Hij zei dat mensen vroeger geloofden dat god via het vuur tot de mensen sprak. En dat men een krans van olijftakken maakte. Ik stelde me dus allemaal dansende mensen voor die met olijftakken op hun hoofd aan het dansen waren rondom het vuur alias allah, om te vieren dat het ijs van de winter was gaan smelten. Dansen rondom een zelf aangestoken vuur als gebed met het vuur als de gebedsrichting. Schoonheid. 

Daarna vond ik dat ik dat lange artikel -van mijn slimme neef- over Newroz moest lezen, want mijn fantasie begon op hol te slaan. Weer neuriede ik newroz, newroz, newroz en ik keek naar die zachte vellen van de berkenbomen. Het artikel was geschreven in het Turks, door iemand uit Samandag, een overwegend Arabisch alawietische stad aan de grens met Syrie. Er stond in dat de viering van newroz in de geschiedenis met veel verschillende tradities verbonden is, dat de Perzen, Turken en Koerden het vooral vieren en dat er veel verschillende bronnen zijn die Newroz behandelen en hiernaar verwijzen. Wat er overeenkomt, is dat alle eerder geschreven bronnen het erover eens zijn dat de eerste newroz in het Perzische rijk gevierd werd ten tijde van de koning Ahemenis en dat de naam Newroz hierom een Perzische naam is. Nev= nieuw, Roz= dag. Later ontstond er ruzie om newroz, omdat deze dag door sommige gemeenschappen tot hun oorspronkelijke nationale feestdag geclaimd wordt. 

Het artikel vertelt verder dat de Arabische alawieten zowel tradities hebben rondom Newroz als gebeden en erkennen dat het om een oorspronkelijke Perzisch feest gaat. In april gaan mensen picknicken en worden eieren geverfd in allerlei kleuren uit de natuur. De auteur somt daarna een aantal overleveringen rondom de koran: volgens hem was newroz ook de eerste dag waarop de profeet Mohammed zijn eerste openbaring ontving. En nog veel meer religieuze wetenswaardigheden waarmee ik u niet zal vermoeien. Het dansen rondom het vuur beviel mij beter, eerlijk gezegd. 

Ik vroeg aan een Syrische vriend van mij hoe Newroz in Syrie wordt gevierd of werd gevierd. Hij vertelde dat al die jaren dat hij in Syrie had gewoond, zijn Koerdische vrienden immer klaagden over het verbod op Newroz. Hij zocht een verboden lied op youtube en wij dansten samen rondom het vuur.

Voordat ik het naar het vuur zou gaan, wilde ik nog weten wat mijn familieleden in Turkije met Newroz doen? En toen dacht ik: ,Ik bel mijn Arabische oma, die in Turkije woont'. En zij heeft nog zo’n oud hoorntoestel, en ik hoorde het ouderwetse getik dat naar Turkije aan de grens met Syrie werd gestuurd.
En zij vroeg mij: ,Newroz? Dat wordt gevierd door Turken en Koerden.'
Ja, dat wist ik al.
’Doen wij er helemaal niet aan dan?’, vroeg ik.
,Jazeker wel, het is nieuwjaar, bij ons Tisreen al-Awwil genaamd, en wij vieren dat een maandlang vanaf 1 april. Wij gaan dan bidden en naar de doden in de ziyara (tombes) om raad en advies te vragen bij problemen in het leven en offeren een schaap voor de armen.'
‘Hmmm, verder niets?,' antwoordde ik met een teleurstelling, want vond deze soberheid alleen een beetje saai. En ik vroeg het nogmaals: maar Newroz is nieuwjaar, gaan we niet dansen, drinken en feesten?
,Dansen, drinken en feesten, dat doen wij elk weekend bij de watervallen in Defne (pittoresk dorpje bij Antakya).'
Dat is helemaal waar, lachte ik. En besloot impulsief deze zomer ook elk weekend te zullen dansen in Defne.

Tot slot vertelde ik haar over de klauwen en de berkenboomvellen en zoals zij altijd doet, antwoordde zij in raadselachtig rijm:

O schone vertel mij
moet ik vertrekken of blijven?
een heel leven hebben we versleten
zonder een geliefde te hebben

O schone op de heuvel 
vergaan ben je van het gebrek 
zodra de dageraad aanbreekt 
en de lentezon opkomt
dan vertrekken we samen richting de geliefde



En weer keerde ik terug naar mijn laptop en ging op zoek naar wie deze raadsels had geschreven? Ik typte met Arabische letters het woord ghazayyel in en wat bleek? Het was een anonieme liedtekst, maar wel gezongen door een van de meest beroemde zangeressen: Fairuz. Hieronder een link. Mijn oma moest het ooit gehoord hebben van andere wijze vrouwen in Antakya.



Mijn Newroz-wens voor 2015 is het laten oplaaien van het vuur dat de klauwen doet verdwijnen en de winterschors verder los te trekken om een nieuw stevig vel dat daaronder bestaat, te laten groeien. 







woensdag 12 juni 2013

Interview with Free Word Centre - London

Writers’ Room: Meltem Halaceli

By Canan Marasligil on 12/6/13
Our Translator in Residence, Canan Marasligil, interviews Meltem Halaceli about family heritage, the cities she loves, and Europe's relationship with Turkey.

Let's start with an easy one: could you tell us a little bit about who you are and what you do?

My name is Meltem Halaceli and I was born in the Netherlands. I love poetry, language and contemporary art, particularly those produced in the Middle East. I love Beirut, Amsterdam, Istanbul and Hatay for very a variety of reasons. I’m currently writing a book about the life of my Ottoman Arab grandfather who witnessed the First World War as a conscripted soldier. Right now I’m travelling through Turkey for a few weeks to gather stories, do research and anecdotes about him and the events he witnessed before the Turkish Republic was founded.

What made you want to write this book? When did you start?

The journey began when my father brought the memoires to the Netherlands. I was halfway through my studies in Arabic language and culture when my father asked me if I wanted to translate them. It became an assignment that developed into a Master thesis. His life was full of tragedy. When I read it the first time, I felt deeply how all of us live on the shoulders of our ancestors: whose feet are rooted deep in the earth to carry us. It was very emotional for me and my parents to read his story and I had put it aside for some years.  decided to write down the story for a wider audience, and that’s when I started to search for the traces more professionally.

You’ve travelled to several cities in Turkey, Syria and Lebanon for your research, which are all important to your family history. What did you learn from those travels? 

Every city has touched my heart in different ways. Beirut has done this with its sectarian society and the detached way people live together. I love Lebanon for its art and literature. Syria is the country, the jasmine and the cultural heritage my family and the larger part of the Arab Alawites nowadays have lost. My aim is to bring some of the richness that Syria bares back in to our lives.

As a Dutch citizen, how do you feel about the debates around Europe, most especially Turkey's possible entry into the European Union?  And do you observe these issues from a Dutch or Turkish point of view?
The EU has always put up barricades to Turkey’s membership. Therefore I am not sure anymore if Turkey needs the EU: if we take economic interests into consideration, it’s the other way around. Europe is already present in Turkey, according to latest statistics more than 2000 Dutch companies have invested in Turkey. With the recent political and social events there, as well as the widely spread Gezi-protests against the president, the peace-process with the PKK and so on, I think Turkey has the chance to become a mature democracy. I hope we will see a Turkish society where more personal freedom and justice is made possible, and where civil society issues, like environmental awareness, freedom of speech and freedom for women are more efficiently organised.

Do you think writing can help overcome certain identity issues? Does writing allow us to be without borders? 

I certainly think this is true. When I’m writing I don’t have the burden of passports and language barriers: I can literary fly into the head of someone who lives somewhere else.

Your book will be published in Dutch: would you like it to be translated into other languages? 

I write in Dutch, but with an Arabic and Turkish flavour. There’s a voice in my heart that tells the story, like the Hakawati or elderly in the Levant tell a story. When I write in Dutch, this voice is also present. So I’m already translating the rhythm and rhyme of it into Dutch, without even being fully aware of it. But I’d be honoured if my book will be translated into other languages: I wish into English, Arabic and Turkish. Translation is like crushing a border and reaching the other side. There are good and bad translations, of course, but I still believe translations are crucial if we want to meet someone living in another continent, or another era.

What would you like to work on next? Would you like to write fiction for instance or will you rather continue research and exploring your roots? 

I want to write something different. Love and spirituality are themes that play a role for me now. But I do feel there will always be a connection with my roots as this is what most inspires my work.

You join us in London this week to talk about the many voices of women from Turkey. The event will try to explore some of these voices with you and writer Ece Temelkuran. How do you feel about being part of such an event? Do you think the voices of women in and from Turkey are heard enough, around the world and in Turkey?

I don’t think the voices of women are heard enough, so I’m also putting my grandmother into the book, even though my grandfather doesn’t really speak about her in his memoirs. I think it’s important the book and I are able to speak about events that haven’t been written down, and that shed light on the position of the Arab Alawite minority in Turkey. The religious leaders and experts on this subject here are sometimes happy and surprised when they hear that a woman is writing about them. I’m really happy to have been invited to take part in the event – so thank you for the opportunity!

Dit interview is online gepubliceerd op 12 juni 2013 op Writer's Room Free Word Centre